Als het van Vlaams Belang afhangt en de partij samen met N-VA in 2024 een Vlaamse regering kan vormen, dan zullen zowat alle leerkrachten in ons onderwijs op hun tellen moeten passen. VB-voorzitter Van Grieken zei letterlijk dat ze in 2024 ‘de rekening zullen presenteren aan al die linkse leerkrachten’. De Vlaams Belang-jongeren roepen scholieren tegelijk op om ‘linkse praatjes in het klaslokaal’ te melden op hun website, een kliklijn dus. Wat Van Grieken en VBJ met ‘linkse’ bedoelen is niet duidelijk en kan heel breed geïnterpreteerd worden.

Neem een geschiedenisleraar die erop wijst dat Vlaams-nationalistische collaborateurs vanaf 1942 actief meehielpen met het opsporen van Joden en van critici van het nazisme, en hen vervolgens overbrachten naar de Dossin-kazerne in Mechelen (om ze van daar naar Auschwitz te sturen) of naar het Fort van Breendonk (waar ze mede door andere Vlaams-nationalistische bewakers werden gemarteld en soms vermoord). Of een leraar moraal die wijst op het gevaar van vreemdelingenhaat en de noodzaak om het Verdrag van Genève te volgen om mensen in nood te beschermen. Of een leraar biologie die stelt dat de homo sapiens sapiens afkomstig is uit Afrika en zich verspreid heeft over de hele wereld, en dat alle mensen gelijkwaardig zijn. Of een directeur die meent dat op zijn school geen plaats is voor homofobe en neonazistische ideeën die vaak geuit worden door personen die een band hebben met extreemrechtse partijen. Moeten die iets vrezen?

NAZICURRICULUM

De geschiedenis leert ons dat dat gevaar inderdaad bestaat. Na de machtsovername in 1933 door Hitler werd de gewezen gymnastiekleraar en overtuigde nazi Bernhard Rust aangesteld tot minister van Wetenschappen, Kunst, Onderwijs en Volksopvoeding, eerst voor Pruisen en nadien voor het gehele Derde Rijk. Op 7 april 1933 keurden de nazi’s het Gesetz zur Wiederherstellung des Berufsbeamtentums goed voor ambtenaren. Het betekende het startschot om Joden en personen die kritiek hadden geuit op Hitler en het nazisme uit hun ambt te ontzetten. Deze wet was ook van toepassing op leraren en werd al snel in de praktijk gebracht. Een van de eerste maatregelen van minister Rust was het wegzuiveren van de Joodse, maar ook van de zogenaamde ‘linkse’ leraren uit scholen en universiteiten. Er werd een nazicurriculum goedgekeurd om een nieuw Germaans bewustzijn te creëren, en dat kregen alle scholen opgelegd. Al in 1933 werden “de staatscommissies voor schoolboeken gezuiverd en bemand door trouwe nazi’s”, aldus historicus Richard Evans.

Op 30 april 1933 legden de nazi’s ‘Richtlijnen voor geschiedenisboeken’ op. Het vak geschiedenis moest het belangrijkste vak op school worden. In het blad voor de Duitse leerkrachten – de Allgemeine Deutsche Lehrerzeitung – van 9 augustus 1933 stelde men zelfs dat daarbij geen objectiviteit moest worden nagestreefd, maar wel de nadruk moest leggen op de superioriteit van de Duitse natie, de zelfopoffering voor de Volksgemeinschaft, en haat tegen de vijanden van het volk zoals Joden en linkse intellectuelen. Biologie werd wat later omgevormd tot een vak over rassenkunde, rassenhygiëne en sibbekunde. De leerlingen moest worden aangeleerd dat er diverse rassen bestonden en dat de Duitsers behoorden tot de Übermenschen, mensen die deel uitmaakten van een hoger ras, tegenover de minderwaardige mensen. De lessen aardrijkskunde schonken vooral aandacht aan de gebieden die Duitsland na de nederlaag van 1918 had verloren, die dus historisch behoorden tot het Duitse Rijk en die noodzakelijk waren voor Lebensraum voor de Duitsers. In het vak wetenschap ging alle aandacht naar militaire kennis, zoals de bouw van bruggen en de uitwerking van giftige gassen. Verder werden de lessen lichamelijke opvoeding gevoelig uitgebreid, zodat ze tot 15 procent van het wekelijks lessenpakket innamen.

Uit vrees voor ontslagen en sancties, maar vaak ook uit overtuiging, sloten zich tegen 1936 zowat 320.000 leerkrachten aan bij de door de nazi’s opgerichte Nationalsozialistischer Lehrerbund. Natuurlijk ging dat niet allemaal spontaan. Vanaf maart 1933 begonnen de vervolgingen van uitgesproken communistische, socialistische en liberale leerkrachten. En nog voor de goedkeuring van het Concordaat met het Vaticaan van 20 juli 1933, werden heel wat katholieke onderwijzers, onder wie priesters en nonnen, geïntimideerd en ontslagen. Directeurs en leerkrachten die zich in min of meerdere mate verzetten, werden aangegeven door scholieren die hun ouders op de hoogte brachten, wat zij meldden aan de Gestapo. Nazi-leerkrachten maar ook scholieren werden aangespoord om kritische leerkrachten te verklikken of aan te geven via anonieme brieven bij het plaatselijke nazibestuur. Ook katholieke scholen werden, ondanks het Concordaat, in die zin getroffen.

NIET VERZWIJGEN

De gebruikelijke reactie op dit stuk zal zijn dat ik niet mag doen aan de reductio ad Hitlerum of verwijzen naar het nazisme. Dat klopt niet. Er zijn zoveel overeenkomsten tussen het extreemrechtse gedachtegoed van vandaag met dat van de jaren 30 dat we dit niet langer mogen verzwijgen. De vrijheid van onderwijs, de vaste benoeming van het onderwijzend personeel en de privacy van heel wat mensen staan op het spel. In de plaats krijgen we dan een systeem van verklikking, politieke willekeur en gedachtepolitie. Dat was het geval in de jaren dertig. Zoals Primo Levi schreef: “Het is gebeurd, dus het kan opnieuw gebeuren.”

Dirk Verhofstadt is moraalfilosoof en kernlid van Liberales

Dit opiniestuk verscheen op 2 september in De Morgen

Wil je geen enkel artikel over extreemrechts missen? Abonneer je op onze wekelijkse nieuwsbrief.