Extreemrechtse actievoerders hebben vorige week vrijdag het stadhuis van Timisoara bestormd. Daarbij hadden de activisten het gemunt op de burgemeester, de eerste verkozen politicus in Roemenië met een buitenlandse nationaliteit. De burgemeester is Duits.

De relschoppers drongen het gebouw binnen via de achteringang en schreeuwden “Kom naar buiten, jij vuile hond”, verwijzend naar de burgemeester van de stad. Na een kwartier verbale agressie verlieten ze uiteindelijk het gebouw.

Tientallen aanhangers van de rechts-extremistische partij, de Alliantie voor Roemeense Eenheid (AUR), die iets minder dan 10% van de stemmen haalde en de op drie na grootste fractie in het parlement is, verzamelden zich in het stadscentrum. De bestorming werd uitgevoerd onder leiderschap van George Simion, parlementslid voor AUR, en werd live uitgezonden op Facebook.

In september 2020 werd Dominic Fritz de eerste lokale politicus met een buitenlands nationaliteit die werd gekozen tot burgemeester van een Roemeense stad. “Het land heeft zo’n buitenlander niet nodig”, riep de extreemrechtse politicus van AUR. Terwijl de demonstranten het stadhuis binnenvielen riepen ze “Fritz vergeet niet, dit is niet jouw land!”.

Verontwaardiging en solidariteit

De bestorming van het stadhuis door Simion en zijn partij heeft in Roemenië tot veel verontwaardiging geleid. De prominente journalist en politiek commentator Cristian Tudor Popescu vergeleek de marsen zelfs met die van de nazi-stormtroepen in de jaren 1920 en 30.

De burgemeesters van 23 Roemeense steden ondertekenden een verklaring waarin ze hun solidariteit betuigen met Dominic Fritz en hebben er bij de autoriteiten op aangedrongen harder op te treden tegen relschoppers.

De burgemeester van de stad, Dominic Fritz, vertelde DW dat de mars op het stadhuis “een boodschap was tegen de stad Timisoara met zijn multiculturele en pro-Europese karakter. Het is ook een statement tegen mijn verkiezingsoverwinning, want het was een symbool van tolerantie en openheid in deze stad.”

Niet de eerste keer

De gewelddadige bestorming van het stadhuis in Timisoara door rechts-extremisten en nationalisten is bijzonder triest vanuit een symbolisch oogpunt. De opstand tegen de dictatuur van Ceausescu begon in dezelfde stad in 1989 en een groot aantal mensen verloor toen het leven. Sindsdien ziet Timisoara, de op twee na grootste stad van Roemenië, zichzelf als een symbool van een vrij en Europees Roemenië. Zelfs tijdens de donkerste dagen van postcommunistisch nationalisme in het land, kwam de stad herhaaldelijk op voor vrijheid.

De gebeurtenissen in Timisoara behoren waarschijnlijk tot de meest verontrustende die de AUR tot nu toe organiseerde, maar ze waren zeker niet de eerste van de partij. Nog maar een paar weken geleden bestormden AUR-aanhangers, samen met COVID-samenzweerders en anti-vaccindemonstranten, de binnenplaats van het parlement in de hoofdstad Boekarest, waar politieagenten hen ervan wisten te weerhouden het gebouw daadwerkelijk binnen te gaan.

Sinds enige tijd speelt de AUR een cruciale rol bij het organiseren van gewelddadige anti-coronavirusprotesten in het hele land. Vorig jaar in maart demonstreerden de aanhangers van de partij voor het privéappartement van burgemeester Dominic Fritz, tegen de coronamaatregelen terwijl ze racistische en xenofobe leuzen schreeuwden.

AUR haalde enkele dagen geleden ook de krantenkoppen omdat ze zich verzetten tegen het onderwijzen van de “Holocaust en geschiedenis van de Joden” en “seksuele voorlichting” in de scholen.

Zowel de politie als de rijkswacht zijn een onderzoek opgestart. De rijkswacht beweert dat de mensen die het gemeentehuis zijn binnengekomen zijn geïdentificeerd en zullen worden gestraft voor het niet dragen van een beschermend masker en het verstoren van de openbare orde.

Bron: Adevarul en digi24

Wil je geen enkel artikel over extreemrechts missen? Abonneer je op onze wekelijkse nieuwsbrief.