Op 6 juni 1943 vond in Nederland een nauwelijks te beschrijven oorlogsgruwel plaats. Die dag werden alle Joodse kinderen tussen 0 en 3 jaar uit het concentratiekamp Vught getransporteerd. Een dag later ondergingen alle kinderen tussen 4 en 15 jaar hetzelfde lot. Dat weekend werden 1.300 kinderen gedeporteerd. Vaak mocht er maar 1 ouder met het kind mee. Er werd hen gezegd dat ze naar een speciaal kinderkamp in de buurt zouden gaan. Hun werkelijke eindhalte was het Poolse SS-vernietigingskamp Sobibor. Daar werden ze vrijwel onmiddellijk na aankomst door vergassing om het leven gebracht.

Kamp Vught

Kamp Vught was tijdens de Tweede Wereldoorlog een van de drie Duitse concentratiekampen in Nederland. De andere twee bevonden zich in Amersfoort en Westerbork. De bouw van het kamp startte in 1942 en werd gefinancierd met de tegoeden van gedeporteerde Nederlandse Joden. In totaal verbleven ruim 31.000 mensen in het kamp waaronder Joden, politieke gevangenen, verzetsstrijder, homoseksuelen, Roma, … In het kamp zelf zijn zeker 735 mensen om het leven gekomen, onder wie 36 Belgen. Er werden 329 personen geëxecuteerd op de fusilladeplaats. De anderen kwamen om door ziekte, honger en uitputting.

SS-vernietigingskamp Sobibor

In het Poolse SS-vernietigingskamp Sobibor werden tijdens de Tweede Wereldoorlog tussen de 170.000 en 250.000 mensen vermoord, waaronder 34.295 Nederlandse Joden. In tegenstelling tot Auschwitz had Sobibor geen werkkamp en werden mensen dezelfde dag na aankomst vermoord. 

De bouw van het vernietigingskamp begon in februari-maart 1942 en werd uitgevoerd door een 80-tal Joodse dwangarbeiders uit omliggende getto’s. Na de bouwwerkzaamheden werden ze doodgeschoten. 

Gedenkplaten in het voormalige SS-vernietigingskamp Sobibor

Bij aankomst in het kamp splitste men de gevangenen uit in mannen en vrouwen. Een aantal gevangenen werden geselecteerd om een zogenaamd Sonderkommando te vormen. De anderen kregen te horen dat ze een douche zouden krijgen. Bagage en waardevolle bezittingen werden afgegeven, evenals identiteitsbewijzen (die werden zorgvuldig verbrand). Vervolgens gingen de gevangenen naar het gebouw Kamp III. Ze kleedden zich uit. Van de vrouwen werd het hoofdhaar afgeschoren. De naakte gevangenen gingen naar de gaskamers. Tot op het laatste moment dachten ze dat het doucheruimtes waren. De motor werd gestart. Als niemand meer bewoog werd de motor gestopt.

De slachtoffers die aan het Sonderkommando toegewezen waren, moesten de lijken uit de gaskamers trekken. De lijken werden later verbrand. Het Sonderkommando onderzocht de lijken ook op waardevolle zaken, zoals ringen en gouden tanden. Aanvankelijk werd het Sonderkommando na hun werkzaamheden doodgeschoten. Er werd dus na elk transport een nieuw Sonderkommando samengesteld.

Op 12 februari 1943 kwamen Reichsführer-SS Heinrich Himmler en Adolf Eichmann het kamp bezichtigen. Het kamp werd voordien netjes opgeruimd en schoongemaakt. Als demonstratie werden enkele honderden Joodse vrouwen uit een nabijgelegen kamp vergast. De vrouwen waren op hun schoonheid geselecteerd.

Verzetsgroep komt in opstand

In de zomer van 1943 ontstond in het kamp een verzetsgroep onder leiding van Leon Feldhendler en Alexander Petsjerski, leden van het Sonderkommando. Deze groep organiseerde op 14 oktober een opstand waarbij 20 Duitsers en hun medestanders gedood werden. Ongeveer driehonderd gevangenen wisten het kamp te ontvluchten. De meesten kwamen om bij de klopjacht die daarop volgde. Over deze ontsnapping is de film “Escape from Sobibor” (1987, zie trailer hieronder) gemaakt.

Na de opstand besloten de Duitsers het kamp op te heffen. Dertig Joden uit het vernietigingskamp Treblinka moesten het kamp van Sobibor slopen en werden vervolgens doodgeschoten.

Trailer van de film “Escape from Sobibor” (1987)

Afbeelding: Flickr

Wil je geen enkel artikel over extreemrechts missen? Abonneer je op onze wekelijkse nieuwsbrief.