Kristallnacht

Deze week wordt in Duitsland, maar ook op vele andere plaatsen in de wereld Kristallnacht herdacht, de opstap naar de poging om de Europese Joden te vernietigen. Een opzet dat met haatpraat en discriminatie begon.

“Al onze vensters waren gebroken en mijn vader en grootvader werden opgepakt en naar het concentratiekamp van Dachau gestuurd”, herinnert de 87-jarige Inge Auerbacher zich. Ze groeide op in Kippenheim, in de deelstaat Baden-Württemberg, niet ver van het Zwarte Woud. “Ik was niet eens vier jaar, maar ik herinner het me”. Zelf kon ze zich met haar moeder en grootmoeder in een schuur verbergen. “Het was het begin van het einde”, voegt ze eraan toe.

9 november 1938 ging de geschiedenis in als Kristallnacht, de nacht van het gebroken glas. Op die dag zetten de nazi’s een bijkomende stap in hun opzet om de Europese Joden uit te roeien. Leden van de Sturmabteiling (SA), de zogenaamde bruinhemden, en andere nazi-aanhangers vernietigden die dag meer dan 8.000 huizen en winkels van Joden. Dat gebeurde niet allen in Duitsland, ook in maart aangehechte Oostenrijk en het in oktober ingepalmde Sudetenland (tot dan onderdeel van Tsjecho-Slowakije) werden Joodse bezittingen vernield en Joden mishandeld.

Lokale politie werd door de Gestapo vooraf per telegram gevraagd niet tussenbeide te komen. Ook Joodse scholen, begraafplaatsen en ziekenhuizen werden het doelwit van deze massale pogrom. Een 1.400 synagogen werden in brand gestoken. Overal werden Joden geslagen en zelfs vermoord. Recent onderzoek schat dat er in de nacht van 9 op 10 november ongeveer 400 Joodse mensen vermoord werden. Maar bij benadering 30.000 Joden werden in de daaropvolgende dagen in concentratiekampen opgesloten. Ook daar vielen doden, zodat onderzoekers vandaag het totale aantal vermoorde Joden tijdens en in de nasleep van Kristallnacht op bijna 1.500 schatten. In de Duitse straten lag glas van kapotgeslagen ramen ten gevolge van deze pogrom op de grond, wat tot de benaming Kristallnacht leidde.

Uiteindelijk zouden de nazi’s ongeveer 6 miljoen Joden doden. Daarbij moeten nog een 5,5 miljoen andere, volgens de nazi’s “vijanden van de Duitse staat” gerekend worden: homoseksuelen, criminelen en ‘asociaal’ genoemde mensen, leden van verschillende religieuze gemeenschappen, mensen met een mentale beperking, politieke ‘daders’ zoals socialisten, communisten, Spaanse republikeinse vluchtelingen, minderheden zoals Roma, Sinti en andere.

Het kan niet genoeg herhaald worden dat deze verschrikkelijke balans niet begon met deportaties en concentratiekampen. Kristallnacht en de latere genocide werden stapsgewijs voorbereid met propaganda en haatpraat. De woorden werden gevolgd door daden in de vorm van discriminerende wetten. Om ons daaraan te herinneren werd 9 november uitgeroepen tot Internationale Dag tegen Fascisme en Antisemitisme.

Inge Auerbacher, nog geen vier tijdens Kristallnacht, werd op zevenjarige leeftijd, in augustus 1942, gedeporteerd naar het getto van Theresienstadt (Terezin, in Polen) en vervolgens naar het concentratiekamp van die plaats. Haar grootmoeder was dan al door de nazi’s vermoord, een lot dat nog negentien andere leden van haar familie tijdens de oorlog zouden ondergaan. Inge Auerbacher emigreerde na de oorlog naar de Verenigde Staten, bouwde een carrière uit als chemicus en schreef over haar kinderjaren tijdens de holocaust. Begin dit jaar, op 27 januari, sprak ze de Bundestag, het Duitse parlement, toe op de herdenkingsdag van de holocaust.

Inge Auerbacher, I am a Star. Child of the Holocaust.

Wil je geen enkel artikel over extreemrechts missen? Abonneer je op onze wekelijkse nieuwsbrief.